This is an example of a HTML caption with a link.
›› Home ›› Marnic ›› Opinie
Meer bevoegdheden voor lokale besturen (1/5)

Opinie

Meer bevoegdheden voor lokale besturen (1/5)

In Vlaanderen wordt er al sinds jaren een discussie gevoerd over hoe men het begrip subsidiariteit het beste zou invullen. Met subsidiariteit wordt bedoeld dat het bestuursniveau dat een bepaalde taak efficiënt uitvoert zo dicht mogelijk bij de burger moet staan. Deze discussie spitst zich dan vaak toe op de vraag naar welke taakverdeling men wil gaan tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten, met de provincies als een intermediair niveau, waarvoor men niet altijd een even duidelijke rol ziet weggelegd.

In de periode voor 1999 sloot de toenmalige Vlaamse regering een lokaal pact af met de gemeenten. Toen al was het de bedoeling om tegenover de gemeenten minder bevoogdend op te treden en dus het Jacobijnse keurslijf waarin de Vlaamse overheid haar 308 gemeenten duwde wat minder strak te maken.

In de eerste paars-groene regering waren de ambities nog hoger gespannen. Toen werd er gesproken over een heuse interne staatshervorming, het zogenaamde kerntakendebat, waarbij er onderhandelingen zouden komen tussen de Vlaamse overheid, gemeenten en provincies over welke taakstelling iedere van die niveaus zou hebben, waarbij als basisoptie werd gesteld dat de twee kernniveaus de Vlaamse overheid en de gemeenten zouden zijn en de provincies enkel nog een intermediair niveau zouden zijn, met veeleer een rol als regisseur dan als actor. De defensieve houding van de diverse niveaus leidde ertoe toe dat er niets wezenlijks veranderde en alles min of meer bleef bij een status quo.

De keuze voor een politiek model waarbij de nadruk ligt op een grotere rol voor de gemeenten is geen onlogische keuze. Hiervoor speelt men leentje buur bij het systeem in de Scandinavische landen en dan meer bepaald Denemarken, met een erg sterke gemeentelijke overheid. Zo speelt in Denemarken de gemeentelijke overheid zelfs een belangrijke rol in de sociale zekerheid. Dit niet alleen qua taakstelling, maar eveneens wanneer het gaat om financiële slagkracht. Het Noorse model van grote, slagkrachtige gemeenten met een ruime bestuurskracht botsen met het Zuiderse model (Frankrijk) met kleine gemeentelijke entiteiten met beperkte bestuurskracht en middelen. België zit hierbij ergens op de wip tussen deze twee modellen. Eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat ook in Vlaanderen al een aantal bescheiden stappen gezet zijn in de richting van dit Scandinavisch model. Een voorbeeld hiervan is de toegenomen bevoegdheden van het gemeentelijke niveau op het vlak van ruimtelijke ordening en stedenbouwkundige vergunningen.

Naast de argumentatie van subsidiariteit en efficiëntie, is er nog een laatste niet onbelangrijk argument om  bevoegdheden door te schuiven naar de gemeenten toe. Tal van wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de burger van alle bestuursniveaus het meeste vertrouwen heeft in de gemeentelijke overheid. Het is ook het niveau waarmee hij zich het meest betrokken voelt en dat hij ook het beste kent, niet in het minst omdat de lokale bestuurders niet ver van deze zelfde burger staan.

Laat ons dus hopen dat de volgende Vlaamse regering verder zal gaan op de al ingeslagen weg van meer bevoegdheden en autonomie voor de gemeenten. Ook zal ik mij hiervoor in ieder geval verder inzetten.

Gepubliceerd op: 18-05-2009


Terug naar overzicht