Opinie
Meer efficiëntie om te besparen, niet omgekeerd
Tijdens het vragenuurtje in het Vlaams Parlement, confronteerde ik Vlaams minister Geert Bourgeois nogmaals met de belabberde resultaten van de Vlaamse overheid op vlak van administratieve vereenvoudiging. Tot vervelens toe misschien, blijf ik hierop hameren, maar de situatie is dan ook ernstig. Aanleiding was deze keer het rapport van prof. Deschamps van de universiteit van Namen. Daaruit bleek dat de Vlaamse administratie meer kost dan de Waalse. Een vergelijking met Wallonië dus, nochtans vaak afgeschilderd als een “apenland” waar cliëntelisme de plak zwaait en waar de hele samenleving kreunt onder een log overheidsapparaat. Dit is echter niet de eerste studie waar Wallonië ons de loef afsteekt. Zo is onlangs ook gebleken dat de doorlooptijd voor openbare aanbestedingen in het zuiden van ons land gevoelig korter is dan in Vlaanderen, dat zich graag het grote voorbeeld noemt van een efficiënte en moderne overheid. De reactie van minister Bourgeois was even voorspelbaar als alweer naast de kwestie. Natuurlijk is het gemakkelijk om de geloofwaardigheid van een studie proberen onderuit te halen en voor de zoveelste keer te wijzen op de lineaire besparingen die doorgevoerd zijn of proberen te bewijzen dat er geen verband is tussen administratieve overlast en de omvang van de administratie. Niets is echter minder waar. Uiteraard leidt de ongebreidelde regelneverij van de Vlaamse overheid tot een mastodont van een administratie, wie moet anders al de opgelegde planverplichtingen en administratieve procedures opvolgen? Het is niet voor niks dat de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) onlangs aan de alarmbel trok. De lokale besturen worden bedolven onder de planlasten, sommigen laten de subsidies die er tegenover staan zelfs bewust liggen, omdat het uitvoeren van de bijhorende administratie meer kost dan het opbrengt. Dat er binnen het Vlaamse Parlement een commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke Investeringsprojecten opgericht werd, is evenmin bezigheidstherapie. Grote infrastructuurwerken uitvoeren is in Vlaanderen immers onmogelijk geworden, ze rijden zich één voor één vast in administratieve procedures. Lineaire besparingen lijden tot een vermindering van het aantal ambtenaren, dat is waar. Maar worden degene die overblijven daarom efficiënter ingezet? Ik twijfel daar sterk aan. Het College van Ambtenaren Generaal (CAG) kreeg de bedenkelijke eer bijkomende besparingsvoorstellen uit te werken. Meer dan een koehandel tussen deze leidend ambtenaren, met alle respect, kan de minister daar toch niet van verwachten?! Waar wel nood aan is, is een visie op de kerntaken van de overheid. Waar biedt het een meerwaarde dat de overheid zich moeit en op welke manier gebeurt dat zo efficiënt mogelijk. Dat is de vraag die we ons moeten stellen en waar de huidige Vlaamse Regering maar niet lijkt in te slagen. Een dynamische, slanke en efficiënte overheid, zal er toe leiden dat er minder ambtenaren nodig zijn, niet omgekeerd. Het wordt dus hoog tijd om te houden met rommelen in de marge, maar met een globale visie te komen. Als we dat al niet meer van de bevoegde minister mogen verwachten, waar zijn we dan mee bezig? Dus ja, mijn verhaal wordt misschien afgezaagd en ik blijf dezelfde nagels met koppen slaan, maar dat zal ik ook blijven doen tot de Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid neemt. Wat blijft er nog over van het “goed bestuur” en de Vlaamse modelstaat, als we bij een volgende benchmarking het zo bekritiseerde Wallonië opnieuw moeten laten voorgaan? |
||
Gepubliceerd op: 20-01-2010 |
||
![]() ![]() ![]() ![]() |
||