Opinie
Paniek grondverschuivingen overdreven
Het is de voorbije weken uitgebreid in de media geweest: het risico op grondverschuivingen in de Vlaamse Ardennen. Concrete aanleiding was het vrijgeven van een studie uitgevoerd door de KULeuven die via een gevoeligheidskaart de risicozones in onze regio aanduidt. Opeens leek het alsof we massaal te maken zouden krijgen met grondverschuivingen, terwijl de Vlaamse Ardennen hier al sinds mensheugenis mee te kampen heeft, zonder dat dit evenwel tot grote problemen leidt. Om toch meer duidelijkheid te krijgen over de resultaten van de studie, vroeg ik in het Vlaams Parlement meer uitleg aan minister van leefmilieu Crevits. Ook minister Van Mechelen werd, vanuit zijn bevoegdheid ruimtelijke ordening, aangesproken over het dossier. Beiden waren het over eens dat er geen te snelle conclusies mogen getrokken worden uit het onderzoek. De gevoeligheidskaart is maar één van de vele factoren om in te schatten of er zich op een bepaald perceel een verhoogd risico voordoet. Toch stelt dit de overheid in staat om beter te voorspellen waar problemen zich zullen voordoen. Minister Crevits legde dan ook de nadruk op de preventieve en remediërende maatregelen die verder zouden uitgewerkt worden, om zo in de toekomst sneller en beter te kunnen reageren als een grondverschuiving zich voordoet. Minister Van Mechelen van zijn kant, benadrukte dat eigenaars van bouwgronden in risicozones zich geen zorgen moeten maken over de waardevermindering ten gevolge van een eventueel bouwverbod. Uit een eerste onderzoek van zijn administratie is immers gebleken dat een groot deel van deze woonzones vandaag reeds effectief bebouwd is of in praktijk sowieso niet bebouwbaar, omdat het bijvoorbeeld om niet ontsloten binnengebieden gaat. Conclusie: er is geen reden tot paniek, integendeel, de overheid zal nu beter in staat zijn om grote schade bij grondverschuivingen te vermijden. |
||
Gepubliceerd op: 23-11-2007 |
||
![]() ![]() ![]() ![]() |
||